|
||||||||
|
Laat ik beginnen met een klein pleidooi pro domo: ik beken dat ik een fan ben van OIDV en dat zal wellicht duidelijk blijken uit wat volgt, maar er zijn wel heel goeie redenen voor. Om er twee op te noemen: het gezelschap uit de driehoek Kortrijk/Lille/Tournai bewijst nu al zestien, zeventien jaar, dat het kàn, zo samenwerken over lands- en taalgrenzen heen. Er zijn nogal wat uithoeken van onze kleine driehoek, waar de (ongeveer) veertienkoppige bende dat live is komen bewijzen en, waar je ook komt, zijn mensen, die een concert van het Orkest meegemaakt hebben, zelfs na jaren nog enthousiast over het feestelijke enthousiasme dat het gezelschap en zijn omgeving uitstralen. Tweede reden: dit is een club van mensen met verschillende muzikale achtergronden, die elkaar toch schijnbaar moeiteloos weten te vinden in die ene verbindende factor: de muziek. Ze stralen dat ook uit, zoals we heel recent nog mochten ondervinden bij de niet-zo-officiële CD-voorstelling in de tuin van het Marionettenmuseum van Doornik: de voertaal was er hoofdzakelijk Nederlands, of minstens Vlaams en we ontmoetten er nogal wat mensen, die helemaal toevallig op het concert verzeild waren, maar die ondanks de stevige regen bleven dansen en feesten en vooral: er werd geprààt tussen mensen die elkaar voordien nog nooit gezien hadden. Mag ik dat oprecht “schoon” vinden? Nu ik intussen de nieuwe CD een ‘on)behoorlijk aantal keren beluisterd heb, ben ik alweer niet geneigd om mijn fandom af te zweren en daar is alweer een goede reden voor en die vind ik in de kwaliteit van de composities. Die zijn op deze nieuwe plaat zo goed als allemaal afkomstig uit het brein en de trompet van Thomas Morzewsk, die we ook kennen onder zijn aan The Godfather ontleende pseudoniem “Don Tomasino. De man is een geweldige muzikant, die je ook kunt kennen van bij die andere feestband uit de stal van Via Lactea, Rumbaristas en van bij The Antwerp Gypsy Ska Orchestr. Of het nu om Balkan of Gypsy gaat, of je nu Ska of Catalaanse rumba wil, je kunt het bij Morzewski allemaal krijgen en ik ben zo vrij te menen dat de OIDV al een tijdje tegen zijn limieten zou zitten aan te hikken, als het niet was van de composities van die man. Nu is dat gelukkig dus niet het geval en krijgen we met Plaza Mayor opnieuw een heel gevarieerd menu geserveerd. Enkele nummers werden al “gelost” in de verdammte Covidperiode, die voor een gezelschap als dit extra hard moet zijn aangekomen, maar ook dat heeft de troep dus niet klein gekregen, wel integendeel. De CD opent met een nummer dat al even op het live-repertoire staat en waarvan de onvertaalbare titel “Mala Drnikskova”, mits correct uitgesproken voldoende expliciet is en trouwens een antipode krijgt als negende trck. Die heet “Velika Drnikskova” en “velika is te vertalen als “groot” of “goed”. Hebt u’m?. De trompetten krijgen weliswaar de hoofdrol, maar componist Morzewski is ruimschoots intelligent genoeg om dit nummer zodanig op te bouwen, dat het meteen als visitekaartje kan dienen: iedereen krijgt op tijd en stond de ruimte om het plaatsje vooraan op het podium in te nemen. De titelsong wordt in de beroemde Dave Brubeck vijfkwartsmaat gespeeld en is dus een etalage voor de percussie, die niet alleen meer op de grote trom leunt, maar waar ook fijn snare en hi-hat werk in te horen valt. Vervolgd wordt met “Dzien” en “Noc”, wat zoveel als “dag” en “nacht betekent, als je het uit het Pools vertaalt: twee heel geraffineerde composities, die, zoals hun titels aangeven, elkaars tegenpool zijn: het ene opgewekt en hyperactief, het andere bijzonder rustig, in een wandeltempo dat dat van een begrafenisstoet in New Orleans benadert. Ik vermeld die titels, omdat ze de veelzijdigheid van de OIDV duidelijk maken, maar eigenlijk is dat niet fair tegenover nummers als “Spotkanie Habanera””,“La Fenice” en -mijn absolute favoriet-“La Confinata”, een gelegenheids-tarantella, die verraderlijk sloom begint, maar algauw uit de startblokken knalt en op topsnelheid afsluit. In feite bevat de plaat een kern van negen nieuwe composities en wordt ze aangevuld met drie bonusjes, die we in lockdowntijden al leerden kennen, maar waarvan we blij zijn dat ze alsnog op CD verschijnen: “Tumbalalaïka”, de gekende Russisch-Joodse traditional wordt hier ingezongen door de Noord-Franse dames van stalgenoten Panienki en het afsluitende duo “Summer of Love 2020” en “Fly 2 Minsk” zijn het resultaat van een samenwerking met de Berlijns-Oekraïense DJ en radiomaker Yuriy Gurzhy, wiens live shows op YouTube niet genoeg aanbevolen kunnen worden. Met die toevoegingen wordt een speelduur van zo’n 42 minuten bereikt en daar is, wat mij betreft, geen seconde teveel aan. Naar ik mocht vernemen, is ook deze festivalzomer grotendeels in het water gevallen voor de OIDV. Dat is geen prettig nieuws, niet voor de muzikanten, maar vooral niet voor de mensen die deze geweldige band nu niet of nauwelijks hebben kunnen zien. Ik hoop echt dat komende herfst de dingen nog een beetje kan rechttrekken, maar er is hoe dan ook geen enkele reden om deze CD niet meteen in huis te halen: u kan er zich mee voorbereiden op uw concertbezoek en u bespaart zichzelf de moeite om de CD alsnog te moeten aanschaffen. Om maar te zeggen: OIDV is van zichzelf al volkomen origineel en deze CD behoort ongetwijfeld tot het betere werk van een band, die, in zijn genre, tot de absolute top behoort! (Dani Heyvaert)
|